Vanaf 1999 werkt Judith van der Stelt als freelance tekstschrijver voor zeer verschillende opdrachtgevers. Ze schrijft in alle denkbare genres, van brochures tot webteksten en van nieuwsbrieven tot (jubileum)boeken. Op deze pagina vindt u een paar voorbeeldteksten per thema.
Gezondheid
Handel
Natuur
Techniek
Mensen
Literatuur
Welzijn
Vrije tijd
Gezondheid
Nederland telt een miljoen hartpatiënten, zo maakte de Nederlandse Hartstichting onlangs bekend. Een schokkend aantal. Maar het is nog veel schokkender als je bedenkt dat een groot deel van deze patiënten helemaal geen hartklachten heeft.
Dr. Petra Kuijpers is al meer dan tien jaar bezig met onderzoek naar angststoornissen als oorzaak van pijn op de borst. Volgens haar heeft meer dan de helft van de patiënten die de Eerste Hart Hulp (EHH) bezoeken geen cardiale afwijking. Hun klachten zijn gelijk aan die van hartpatiënten (druk op de borst, benauwdheid, duizeligheid), maar de oorzaak is een andere. Veel van deze patiënten blijken een paniekstoornis te hebben. Kuijpers is als enige arts in Nederland werkzaam op het raakvlak van cardiologie en psychiatrie. Zij is verbonden aan het Maastricht UMC+, een samenwerkingsverband van het academisch ziekenhuis Maastricht en de Faculty of Health, medicine and life sciences van de Universiteit Maastricht.
Natuur
Op Texel kun je uren dwalen in de Slufter, jezelf vergeten op het wad, of domweg gelukkig zijn op de Hoge berg. Wie van al die sferen een beetje wil proeven kan het Texelpad lopen, maar die 80-kilometer lange wandeling is niet voor ieder reisgezelschap weggelegd. Wandelen met kinderen bijvoorbeeld, is meestal een kwestie van geven en nemen: 's ochtends een mooie wandeling, dan 's middags een avontuurlijke robbentocht. Gelukkig is er ook voor deeltijdlopers genoeg te beleven op Texel.
Praktische informatie
We starten deze groene rondwandeling op de parkeerplaats die uitzicht geeft op de Mokbaai. Heen gaat de route langs de Geul tot aan het Pompevlak, terug voert het pad langs de Moksloot.
Geen grotere voldoening dan 's morgens vroeg aansluiten in de drukte op de A2, om na een paar uur die drukte achter je te laten en de boot te pakken naar Texel. De boottocht markeert de overgang van drukte naar rust, van verplichting naar ontspanning. Al om elf uur zien we de eerste vogelliefhebbers die ter hoogte van de Mokbaai hun statief hebben opgesteld. Een oudere man zit als een standbeeld achter zijn telescoop en tuurt geconcentreerd het slikgebied af. Zijn vrouw zit op een klapstoeltje naast hem en leest een boek.
'Wanneer gaan we naar de camping?' vragen dochter en nicht bij het aantrekken van de wandelschoenen. Terwijl onze hoofden zich vullen met wuivend riet en ruisende dennen, dwalen hun gedachten af naar trekkershut en stapelbed. Er schijnen gezinnen te zijn waar de wandelpassie van ouders en kinderen synchroon lopen, maar dat is bij ons niet het geval. Gelukkig begint de wandeling veelbelovend. We zien rietstengels en wilde kamperfoelie, rozebottel- en braamstruiken, vlier- en lijsterbes in een prettige warboel door elkaar heen. Boven het ruisen van de struiken uit horen we het gakken van de ganzen in De Geul. Vanaf het pad is het water eerst niet te zien, maar na een paar honderd meter verandert dat. Er is een prachtig doorkijkje naar het water. Via een kruip door sluip doorpad bereiken we de plas. In een decor van scheefgezakte bomen en verlaten nesten kijken we naar de ganzen die tevreden over het water glijden. Terug op het hoofdpad spotten de kinderen een eerste dode meeuw. 'Aah, wat zielig!!!' Even later blijkt deze jonge zilvermeeuw niet als enige het loodje te hebben gelegd. Als we het zoveelste slachtoffer passeren worden de reacties steeds laconieker. 'Kijk, hier zit z'n oog!' 'Zát z'n oog.'
Naarmate de wandeling vordert, wordt de begroeiing steeds minder dicht, om tenslotte over te gaan in een weids duinlandschap. Op het uiterste punt van de wandeling aangekomen slaan we een schelpenpad in, dat na enige tijd overgaat in het graspad langs de Moksloot. Aan de rand van het pad ligt een Schotse hooglander zijn middagmaal te herkauwen. Onverstoorbaar kijkt hij langs zijn blonde lokken over de heide. Eenmaal de duintop over, ontmoeten we ook de rest van de kudde. Massief en innig tevreden blokkeren ze het wandelpad. Maar geen nood. Je kunt ze rakelings passeren zonder dat ze zelfs maar knipperen met hun ogen. De goedzakken. De weg terug lopen we min of meer in draf vanwege de regen. Het is zo'n dag die zich met moeite lijkt te hebben ontworsteld aan de nacht. Binnen gaan de lampen op en buiten blijft het behelpen. Er is maar één voordeel aan die samenpakkende wolken boven je hoofd: je gaat als volwassene ook verlangen naar trekkershut en stapelbed.
Mensen
Dit portret werd geschreven in opdracht van (voormalig) verzorgingshuis De Lichtkring, in Utrecht. Het hing op de gesloten afdeling. Alle bewoners hadden zo'n geschreven portret naast hun voordeur, zodat vrijwilligers en oproepkrachten een indruk kregen van de bewoner. De meeste bewoners waren zelf niet meer in staat om over hun leven te vertellen.
"Ik ben van jongs af aan gewend om mijn eigen zaakjes op te knappen. Dat leer je wel in een gezin met negen kinderen. Ik was de één na oudste, dus ik hielp vaak mee bij de verzorging van de kleintjes. Mijn moeder was modebewust, dus we zagen er altijd goed uit. Als kind mocht ik zelf de stoffen voor mijn kleren uitkiezen. Dat vond ik geweldig. Je kon een patroon uitzoeken, of zelf aan de naaister vertellen wat voor jurk je wilde hebben, en die maakte ze dan.
Ze kwam iedere week bij ons, want ze naaide voor het hele gezin. Pofmouwen, tafzijde, knopen garnituurtjes; ik kon én kan daar allemaal erg van genieten. Ik vind het belangrijk om er verzorgd uit te zien en dat waardeer ik ook bij anderen. Dat mensen tegenwoordig spijkerbroeken dragen met scheuren erin vind ik niet normaal. Tssgg, laat je nakijken zeg!
Mijn vader werkte op een kantoor in het centrum van Delft. Hij had als een van de weinigen een auto. Samen met een paar zusjes haalde ik hem wel eens op van zijn werk, dat vond hij leuk. Dan gingen we heen lopen en terug met de Ford. Hij maakte ook vaak uitstapjes met ons, vooral naar oude stadjes. Omdat we niet alle negen achterin pasten, toerden we om beurten. Ja, ik heb een heel gelukkige jeugd gehad. Maar dat is nu allemaal al lang voorbij en dat is maar goed ook! Ja, vind ik wel. De boel moet niet stil blijven staan, want daar schiet niemand iets mee op.
Na mijn jeugd heb ik als au pair gewerkt in Antwerpen en Engeland en daarna werd ik kraamverzorgster in Indonesië. Ik had er via anderen over gehoord en dacht: dat wil ik ook wel. Mijn ouders hadden daar verder niets over te zeggen, hoor. Nee, ben je gek, als ik iets wil dan gebeurt het, hoe dan ook. Het was een mooi vak, maar wel zwaar. Nou en of! Later kreeg ik zelf twee zoons. De oudste werd in Jakarta geboren, de jongste in Scheveningen. Het waren wel doerakken hoor... Maar ja, wat wil je? Ik was zelf ook geen lieverdje.
Inmiddels ben ik voor mijn verzorging afhankelijk van anderen, maar verder bepaal ik alles zelf. Wanneer ik eet, wanneer ik drink, of ik uit bed kom of nog even blijf liggen. Bij de activiteiten precies hetzelfde. Ik heb een hekel aan populair gedoe, maar komen er dieren, dan schuif ik aan want daar ben ik gek op. Op allemaal! Nou ja, behalve één soort. [...] Spinnen. Huuuu!"
Welzijn
Karim Chatouani is de bevlogen trainer van Diamant; een training die speciaal is opgezet voor jongeren die opgroeien tussen twee culturen. Zoals een diamant pas gaat schitteren als hij goed is geslepen, zo komen jongeren pas tot bloei als ze de kans krijgen om onder begeleiding van volwassenen te werken aan zichzelf.
Karim: 'Jongeren die opgroeien tussen twee culturen hebben voortdurend te maken met wisselende normen en waarden. Op school zeggen ze iets anders dan thuis en thuis zeggen ze weer iets anders dan op straat. Er komt dus veel op ze af en in de puberteit leidt dat vaak tot spanningen. In de training Diamant leren we jongeren na te denken over die situatie en geven we ze handvatten om weerbaarder te worden.'
Redouan (15 jaar) was in 2013 een van de deelnemers. 'Voordat ik de training volgde, was ik niet gewend om na te denken over mezelf. Dus toen ik in groep 8 een middelbare school moest kiezen, volgde ik mijn vrienden en ging ik naar het KWC. Zelf wilde ik liever naar Lek en Linge, maar het kwam niet in me op om mijn eigen mening tegenover die van de rest te stellen.' Karim vult aan: 'Argumenteren zat er ook nog niet in hè? Als ik je vroeg waarom je iets wilde, dan zei je "Nou, gewoon". Redouan lacht en knikt. 'Klopt. In de training heb ik geleerd dat je je mening moet beargumenteren. Je moet uitleggen waaróm je iets wilt en waarom je iets vindt.'
Karim vervolgt: 'Als je vraagt hoe hun toekomstbeeld eruitziet, antwoorden de meeste jongens dat ze een huis, een vrouw en kinderen willen. Prima, zeg ik dan, maar om daar te komen zijn er wel een paar tussenstappen nodig. Je school af maken bijvoorbeeld. En je moet weten hoe je je in bepaalde situaties moet gedragen. Hoe presenteer je jezelf? Hoe luister je naar iemand? Hoe verwoord je jouw mening en hoe ga je respectvol om met die van een ander? Al die tussenstappen trainen we in Diamant.'
Redouan: 'Wat ik in de training heb geleerd, pas ik nu als vrijwilliger toe in de jongerenruimte in Terweijde. Ik organiseer leuke dingen en ik zorg dat de jongens zich gedragen. Wat Karim voor mij was, ben ik nu dus een beetje voor hen en dat wil ik ook graag. Ik wil anderen helpen. Dat heb ik dankzij deze training geleerd en ik ben heel gemotiveerd om daar later ook mijn werk van te maken.'
Dit artikel verscheen in een nieuwsbrief van Elk Welzijn, de welzijnsorganisatie van Culemborg.
Handel
De prachtige laptoptas die vanaf eind augustus bij Fair Trade Original in het schap ligt, was ooit een autoband. De binnenvoering heeft een eerste leven als spijkerbroek gehad, en de brede splinternieuwe rits verbindt deze oude materialen tot een volledig nieuw en aantrekkelijk product.
Het verhaal achter dit product kent een geschiedenis die teruggaat tot 1992. In dat jaar richtte Anita Ahuja in Delhi het bedrijf Conserve op. De missie van deze ontwerpster en milieutechnicus was even simpel als doeltreffend: haal het afval van de straat en verwerk dat tot nieuwe producten. In Delhi komt er elke dag 6000 ton afval op straat terecht. Zo'n 2 miljoen mensen verzamelen en sorteren dit afval, om daarmee een inkomen te genereren.
Anita richtte zich in de eerste plaats op de inzameling van plastic. Om zoveel mogelijk arme inwoners van Delhi mee te laten profiteren van haar idee, zocht ze de rapers in de sloppenwijken. Daarbij vond ze een prachtige oplossing om het analfabetisme te omzeilen. Ze zette niets op papier, maar koppelde de namen van een aantal Bollywoodsterren aan de kleuren die ze zocht. Zo wist iedereen dat er behoefte was aan zwart plastic als de naam van Shah Rukh door de wijken gonsde.
Samen met haar man, Shalabh Ahuja, bedacht Anita een procedé om van plastic zakken een materiaal te maken dat kon dienen als grondstof voor mode-accessoires. Later gingen ze ook andere afvalstoffen verwerken, zoals autogordels, banden en spijkerbroeken. In een aantal van hun producten combineren ze die verschillende materialen. Ze maken onder meer tassen, riemen, schoenen en sieraden.
Inmiddels werken er meer dan vijftig mensen bij Conserve en het sociale aspect is altijd een nadrukkelijke rol blijven spelen in de bedrijfsvoering. Zo heeft Anita in de wijk waar het afval wordt verzameld een schooltje opgezet, zodat ook deze arme kinderen de kans krijgen om te werken aan een betere toekomst. Verder heeft ze een paar rapers van het eerste uur opgeleid tot productiemedewerkers in haar bedrijf. Door het inkomen dat ze hiermee verdienen, kunnen ze de sloppenwijk verlaten en elders een onderkomen betrekken. Zo krijgt niet alleen het afval een tweede leven. Ook de rapers, en de kinderen van de rapers, krijgen bij Conserve een nieuwe kans.
Dit artikel verscheen in F-Commerce, een nieuwsbrief van Fair Trade Original.
Techniek
Je loopt in de hal van het station en ziet de minuten wegtikken. Over twintig seconden vertrekt je trein. Hoe kom je zo snel langs de mensenmassa bij de roltrap en vanaf de roltrap heelhuids op het perron? Je hoort de deuren al sissen en ondanks een paar ferme zevenmijlsstappen aan het eind, klapt de deur van de trein vlak voor je neus dicht. Je drukt nog een paar keer verwoed op het knopje van de deur, maar eigenlijk weet je het al: je bent te laat.
De vervoerders hebben zo hun eigen sores. Bijvoorbeeld: hoe lang moet een trein stilstaan om alle reizigers die wél op tijd zijn naar behoren te laten in- en uitstappen? Deze vraag ligt ten grondslag aan het promotieonderzoek van Yu-chen Lee. Preciezer geformuleerd: wat is de invloed van de configuratie van de treindeur (horizontale en verticale afstand tussen perron en voertuig en de deurbreedte) en het aantal in- en uitstappende reizigers op het in- en uitstapgedrag en de tijd die hiervoor nodig is? Een goed antwoord op deze vraag is nodig om modellen te kunnen ontwikkelen voor het voorspellen van zogenoemde halteertijden. Deze voorspellingen kunnen worden gebruikt bij het opstellen van dienstregelingen, maar ook om reizigersstromen in stations te optimaliseren.
Literatuur
Gerrit Jan Zwier: 'Op de meest gevoelige leeftijd, toen ik zestien, zeventien jaar was, maakte ik kennis met het werk van Slauerhoff. Die schrijver was voor mij een identificatiemodel zoals popsterren dat kunnen zijn voor jongeren van nu. Slauerhoff verzette zich tegen het burgerlijke en vond dat je de wereld moest verkennen. Nou, dat vond ik ook, dus op mijn manier gaf ik vorm aan zijn literaire levensgevoel en trok naar het Hoge Noorden; eerst Lapland, later IJsland en Groenland. Als jongeman ontdekte ik het noordelijk gevoel. Ik kan dat gevoel niet precies omschrijven, maar het heeft te maken met een hang naar ruimte, naar eenzaamheid, naar zuiverheid misschien. Het lijkt op nostalgie, die ook nooit bevredigd kan worden.
In de loop van de jaren is dat gevoel van inhoud veranderd, maar het begon destijds met een manier van reizen waarop het credo van Goethe van toepassing is: 'Het landschap is de spiegel van de ziel'. Daar heb ik ook een tik van meegekregen, want vooral tijdens mijn eerste reizen hield ik de mythe van het Hoge Noorden in leven en ging er van uit dat ik in een land met zoveel rust en ruimte mezelf wel zou vinden. 'Noorderlingen leven meer in harmonie met de natuur'; die gedachte leefde toen heel sterk. En dat was wel zo, maar na verloop van tijd leerde ik zien dat de harmonie die de stedeling daarbij voor ogen heeft een andere is dan die van de IJslandse boer. De stedeling koestert een romantisch ideaal waarin stilte en ruimte de boventoon voeren, terwijl de IJslandse boer zich onderdeel voelt van de natuur en het dus heel normaal vindt om op zeehonden te jagen wanneer dat nodig is voor zijn levensonderhoud.
Zodra ik die verschillen leerde zien, werd mijn romantische blik aangevuld met die van de antropoloog. Ik keek niet meer alleen naar wat ik wilde zien, maar ook naar wat ik werkelijk zag. Zo leer je vanzelf dat de IJslanders 's avonds niet met een saga-boek naast een knappend haardvuur zitten, maar -net als zoveel stedelingen- naar een video kijken. 'Als ik geen zes kinderen en een video had, zou ik hier gek worden,' vertrouwde een IJslandse vissersvrouw me ooit toe. Zo vond het onbegrijpelijk dat ik niet gewoon naar de Costa del Sol op vakantie was gegaan.
Ja, waarom eigenlijk niet? Ik heb niets tegen het Zuiden, maar... hoe zal ik het zeggen? Op een bepaald moment krijgt je specialisatie ook een zakelijke kant en rol je van het een in het ander. Het begint met een artikel, later een boek en voor je het weet sta je bekend als specialist van het Hoge Noorden en reis je ook af omdat er een opdracht wacht. Met het Zuiden is het veel moeilijker om je te onderscheiden, want daar zit iedereen al.
Waar ik ook ga, mijn notitieblok gaat mee. Ik noteer indrukken en gedachten, ook wanneer ik nog niet weet waarvoor ik ze later zal gebruiken. Het maakt eigenlijk niet uit of ik in mijn dagboek schrijf of dat ik werk aan een roman of reisverhaal. Voor mij is het allemaal onderdeel van één groot boek.
De echte romantici, zoals Keats, Goethe en Shelley, trokken overigens naar het Zuiden. Want in de literatuur hield het romantische gevoel van oorsprong verband met een hang naar grootse, uitbundige natuur en naar een wat lossere moraal. Nogal wat romantici zijn in de voetsporen van deze grote schrijvers getreden, maar de meeste kwamen van een koude kermis thuis. En dat is niet zo vreemd, want je kunt wel dezelfde reis maken, maar het blijft natuurlijk de vraag of je daar ook hetzelfde bij voelt. Voor het Noorden is dat niet anders. Waar de ene reiziger zich laaft aan de stilte en de ruimte, zal de andere zich eenzaam voelen en verkommeren in zijn tentje.
En inderdaad, zoals ik in mijn jonge jaren verlangde naar stilte en ruimte, zo verlangt menig jonge IJslander nu naar actie en afwisseling. 'Ik verveel me hier al jaren,' vertelde een meisje van een jaar of zestien me onlangs. 'En dat ligt niet aan mij.'
Dit artikel verscheen eerder in De Humanist, tijdschrift voor mens en wereld.
Vrije tijd
Het eerste nieuwgebouwde weeshuis van Nederland (1560) is een bijzonder monument in het historische centrum van Culemborg. De meisjesvleugel is in gebruik als museum. Wie over de eeuwenoude vloeren langs de kinderbedjes loopt, waant zich terug in de tijd. Met beeld, geluid en authentieke voorwerpen vertelt het museum over vier eeuwen Elisabeth Weeshuis. Ook is er aandacht voor weeskinderen van nu.
Een bezoek aan het Elisabeth Weeshuis Museum is een bijzondere ervaring voor kinderen en volwassenen. Kijk hoe de weeskinderen vroeger woonden en speelden. Luister naar de herinneringen van de wezen die er zelf zijn opgegroeid. Ruik de bloemen in de tuin en stel je voor hoe de weesjongens hier vroeger een appeltje gapten. Voel de stugge stof van een katoenen boezeroen en vraag de keukenmeid naar bijzondere verhalen.
De geschiedenis van de stad komt tot leven in de spinzaal. Hier hangt ook een portret van de vrouw die het weeshuis mogelijk maakte. Elisabeth, vrouwe van Culemborg. De geldsom die zij naliet was zo enorm, dat dit weeshuis niet alleen het eerste nieuwgebouwde huis in Nederland werd, maar ook meteen het grootste en duurste.
De oude keuken is omgebouwd tot weescafé. Hier kun je genieten van zelfgebakken lekkers (zoet en hartig), fairtrade koffie en thee en biologische boterhammen. Tegelijkertijd krijg je een indruk van de vroegere eetgewoonten. Op mooie dagen lokt de tuin, een stille plek die wordt omsloten door de middeleeuwse stadsmuur.
Bijna alle boeken in de museumwinkel gaan over wezen, of zijn geschreven door een wees. Het kinderboek Meisje nummer achttien, van Anna Wolz, speelt zich zelfs af in het Elisabeth Weeshuis.
Interesse in rondleidingen, kinderfeestjes of verhuur? Neem contact op voor meer informatie, of kijk op de website: www.weeshuismuseum.nl
Elisabeth Weeshuis Museum
Herenstraat 29
4101 BR Culemborg
T 0345-513912
info@weeshuismuseum.nl
www.weeshuismuseum.nl
Deze brochure schreef Judith voor de heropening van het museum, in 2014.